In een vorig artikel behandelde we de te nemen voorzorgsmaatregelen en uit te voeren controles op aeraulisch vlak, voor het opstarten van een ventilator.
Omdat het gaat om een draaiende machine, is het belangrijk zich van de goede mechanische werking te verzekeren, zowel voor de veiligheid van het personeel als voor de levensduur van de samenstellende onderdelen, voor om het even welke grootte of motorvermogen, maar in het bijzonder wanneer het gaat om een ventilator met hoge omtreksnelheden of voor de werking in zeer moeilijke omstandigheden (stoffige, warme en/of vochtige gassen, hoge omgevingstemperaturen, enz…).
Elke goede mecanicien die bekwaam is om onderhoud uit te voeren op draaiende machines, is in staat deze controles op een juiste manier te verzorgen, maar vaak, wanneer de installatie door een derde is uitgevoerd, of uit zorg voor het behouden van de garantie, wordt er net voor de indienstneming beroep gedaan op onze diensten.
Indien dit het geval is, zal onze monteur zich verplaatsen, eens de machine is geplaatst, om de volgende handelingen uit te voeren:
Het gebeurt regelmatig dat ventilatoren een hele tijd, voor de indienstneming, worden geleverd, omwille van het vervoer per boot of in functie van de montageplanning in de nieuwe productie. Het is belangrijk dat bij het langdurig
opslagen of een verlengde stilstand, de ventilatoren bij gematigde temperatuur, op een trillingsvrije plaats en onder een afdak worden opgeslagen.
De toekomstige gebruiker zal de lagers van vet voorzien hebben. Het vet zal volledig worden hernieuwd, met de hoeveelheid voorzien in de onderhoudsinstrukties, net voor de eerste indienstneming. Deze maatregel beschermt de lagers gedurende een periode van 6 maanden. Indien de stilstand of het opslagen wordt verlengd, is het nodig de lagers de reinigen en het vet te vernieuwen. Ondanks deze voorzorgsmaatregelen zal onze monteur een nauwkeurige controle uitoefenen van de lagertoestand voor de indienstneming.
De massa van het schoepenwiel verhoogt eveneens het risico dat de lagerbanen, bij het langdurig opslagen, worden gemarkeerd. Het is dus belangrijk om manueel het schoepenwiel één maal per week te laten draaien gedurende de opslagperiode.
Bij het gebruik van een riemaandrijving is het nodig de riemen te ontspannen, en beter nog, deze te bewaren in een droge ruimte op kamertemperatuur. Net voor de indienstneming zullen de riemen opnieuw worden aangespannen en zal de uitlijning van de motor-en ventilatoras worden gecontroleerd.